10 vragen over de aanpak en skillsprogramma’s van Techport
Hoe kom je als fieldlab tot een succesvol skillsprogramma binnen de huidige leercultuur? We maken een rondgang langs verschillende fieldlabs binnen Nederland. In juni 2019 opende fieldlab Techport, een proeffabriek voor smart maintenance. In gesprek met Gerik ten Berge, manager van fieldlab Techport.
Wat is de gedachte achter Fieldlab Techport?
“In het Fieldlab Techport werken bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen samen aan smart maintenance: de voorspelbaarheid van onderhoud op basis van data. We ontwikkelen algoritmen waarmee onderhoud van fabrieksinstallaties voorspeld kan worden en testen met verschillende type sensoren op verschillende installaties. In ons Fieldlab onderscheiden we 4 verschillende werkstromen: de proeffabriek, waar we experimenteren met sensoren op pompen en motoren. Use-cases in de fabrieken o.a. bij Tata-Steel, waarbij diverse installaties worden uitgerust met sensoren. Business innovation, hoe kunnen we ontwikkelde kennis en techniek opschalen en welke samenwerkings- en verdienmodellen passen hierbij.
Het ontwikkelen van onderwijs op basis van de nieuwste inzichten”.
Op welke wijze hebben jullie de samenwerking georganiseerd en hoe pakt de innovatie uit?
“Techport is al sinds 2014 een publiek-privaat samenwerkingsverband, gevestigd in de IJmond en actief in de Metropoolregio Amsterdam. In Fieldlab Techport werken we met alle partners samen vanuit een open innovatie gedachte. De partijen kennen elkaar veelal al vanuit een leverancier en klant relatie, daardoor is het soms even wennen om in een gelijkwaardige partner-rol samen te werken aan innovaties. In onze experimenten rusten we een installatie uit met diverse sensoren. De data die uit de metingen komt kunnen we analyseren en leren we een algoritme in, zodat we het meest ideale moment van onderhoud kunnen gaan voorspellen. Echter de snelheid van het inleren van zo’n algoritme is nog best lastig en het combineren van verschillende type data vraagt veel aandacht. Hiervoor werken we samen met de Vrije Universiteit en SURF, die ervaring hebben met advanced analytics en het opzetten van dataplatforms. We kunnen een deel van de testen in onze proeffabriek simuleren. Daarnaast werken we binnen het samenwerkverband van bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen ook samen om meer jongeren te inspireren voor een loopbaan in de techniek en aan innovatieve onderwijsontwikkeling voor studenten en werkenden.”
Op welke wijze onderzoeken jullie de werking van een installatie?
“Wij meten onder andere met spanningsmeters en trillingssensoren. Dit geeft inzicht in bijvoorbeeld cavitatie van pompen en ander faalgedrag. Daarnaast kijken we ook naar de akoestiek met zogenaamde geluidscamera’s. Hiermee kunnen we heel precies akoestische afwijkingen signaleren en positioneren. Onze partner heeft hiermee ruime ervaring. Ze monitoren bijvoorbeeld ook de uitgaansgebieden in een binnenstad. Zodra een afwijking wordt geconstateerd, wordt de meldkamer van de politie over de locatie geïnformeerd. Deze technologie willen we inzetten in de fabrieksomgeving van Tata Steel. Hier wordt de transportband op het gehoor geïnspecteerd en wordt besloten welke delen van de transportband vervangen moeten worden. Als er echter veel onderdelen dicht op elkaar zitten is het lastig te bepalen welke precies kapot is. Daarom wordt er nu veel preventief vervangen. Met deze nieuwe technologie kunnen we veel beter pinpointen waar het defect zit in een transportband.
Daarnaast kijken we ook naar verticale integratie van data. De voorspelbaarheid van faal en slijtage gedrag is breder inzetbaar dan alleen onderhoud. Door de data te koppelen aan de kwaliteit van de productie ontstaan nieuwe inzichten. Hiermee kun je straks de productieplanning en kwaliteit koppelen aan de huidige staat van het machinepark. Voor de analyse van de diverse data maken we gebruik van de expertise van de Vrije Universiteit en het Amsterdam Center of Data Analytics’
Uiteindelijk ontwikkelen jullie kennis. Hoe verspreiden jullie deze nieuwe kennis?
“We zien dit als één van de belangrijke rollen van ons Fieldlab. Initieel richten we ons op optimalisatie van smart maintenance bij onze partnerbedrijven. Vervolgens willen we het aantal partnerbedrijven vergroten, waardoor we onze kennis kunnen inzetten bij meer bedrijven. We zien door onze geografische ligging het onderhoud in de offshore wind sector als een interessant verbredingsgebied, waarvoor we graag de samenwerking zoeken met het Fieldlab Zephyros. Daarnaast is ook het aandachtsgebied smart energy interessant. Voor al onze bestaande en toekomstige consortiapartners is het interessant om ook dan mee te doen bij nieuwe use-case en zo nieuwe kennis op te doen en bestaande kennis op te schalen.”
Op welke wijze maken jullie hier onderwijs van?
‘We ontwikkelen onderwijsmodules over smart maintenance op verschillende niveaus. Dit doen we zowel met initieel onderwijs als met post-initieel onderwijs. Daarnaast kijken we expliciet naar werkenden en maken we onderscheid tussen het bijscholen van huidige onderhoudsmonteurs en het omscholen van mensen uit andere sectoren. Hiervoor werken we samen met House of Skills en kijken we naar mensen die al over bepaalde skills beschikken, bijvoorbeeld het werken met data. Deze mensen zouden goed inzetbaar zijn bij data-analyse t.b.v. smart maintenance. Vaak komen deze mensen uit totaal andere sectoren dan de industrie.
Bij- en omscholen doen we samen met negen MKB-bedrijven in een MKB-Idee project. We richten ons op onderhoudsmonteurs, die we op een informele manier vertrouwd laten raken met smart maintenance. Dit heeft alles te maken met acceptatie van deze nieuwe techniek op de werkvloer. Technisch is er al veel mogelijk, maar het is minstens even belangrijk om de mensen mee te nemen in het werken met deze nieuwe technieken.
Dat heeft ook veel te maken met de leercultuur binnen bedrijven. Hoe gaan jullie hier mee om?
“We werken vooral samen met MKB- bedrijven. Daar bestaat vaak nog een wat meer plichtmatige leercultuur. Leren moet aantrekkelijk worden voor deze doelgroep. Wij doen dit door het leren aan te bieden op basis van hun eigen beroepspraktijk. In onze proeffabriek bouwen we samen met de monteurs een opstelling uit hun eigen fabrieksproces op. Vervolgens doen we daar simulaties mee en kijken we wat de resultaten voor hun eigen omgeving betekenen. We doen dit samen met onze partner “de learning engineer”. Zij hebben veel ervaring met het opzetten van bedrijfsopleidingen in de industrie. De vorm van de Masterclasses is diffuus; zo maken we gebruik van praktijkcases, gebruiken we een magazine voor theorie en zetten we in op VR-en AR-toepassingen.”
Hoe betrekken jullie initieel onderwijs?
“Het ROC Nova College en de Tata Steel Academy zijn hierin onze directe partners. De leercontent wordt door de bedrijven zelf geleverd en hieruit worden trainingen ontwikkeld van ca. 5 tot 15 middagen voor medewerkers zoals bijvoorbeeld onderhoudsmonteurs. Het ROC Nova college is ook betrokken zodat we een certificaat kunnen leveren, waarmee de deelnemer een bewijs van bekwaamheid heeft. Daarnaast is het ROC Nova College voornemens een volwaardig keuzedeel op het gebied van Smart Maintenance in te richten voor reguliere BOL- en BBL studenten. De reeds ontwikkelde content vanuit het traject rond de Masterclasses is hiervoor de input. Daarnaast zijn we in overleg met Hogeschool Inholland en de Hogeschool van Amsterdam om content te leveren aan de ontwikkeling van Assiocate Degrees (AD) op het gebied van smart maintenance.”
Waar droom je nog van?
“Ik droom van een aansprekende nationale hub op het gebied van smart maintenance, zeg maar een “Techport Innovation Centre”. Een plek waar innovatieve bedrijven zich vestigen, waar wordt geleerd en gedoceerd in een contextrijke omgeving met de nieuwste inzichten op het gebied van smart maintenance en waar we met elkaar diverse proefopstellingen en allerlei processen uit de industrie kunnen simuleren. Waar we samenwerken met diverse experts en die ook wordt gebruikt door (initieel en post) onderwijs.”
Hoe verhoudt een dergelijk centrum zich tot het onderwijs?
‘Dit soort innovatieprogramma’s hebben ruimte nodig om te experimenteren. Want van fouten maken leert men en wordt de samenwerking sterker. Dit worden dan hybride leerplekken waarmee we invulling geven aan het onderwijs van de toekomst. Initieel beroepsonderwijs vindt dan logischerwijs steeds meer plaats in dit soort omgevingen waar wordt samengewerkt met bedrijven die willen innoveren en investeren in scholing’.
Welke tips zou je mee willen geven aan de Fieldlabs?
Ga vooral samenwerken met het reguliere beroepsonderwijs. Als fieldlab heb je vooral veel focus op innovatie. Onderwijsinstellingen hebben deze focus juist op het ontwikkelen van onderwijs en zij kunnen je hierbij echt ondersteunen. Sterker nog; zij zoeken nadrukkelijk hiervoor de samenwerking met het bedrijfsleven. Daarmee houd je onderwijsontwikkeling dicht bij de praktijk van de aangesloten bedrijven en je onderwijspartner. Dit geldt voor enerzijds de praktische inhoud met de bedrijven en anderzijds voor de onderwijsmethodiek van je onderwijspartners. Last but not least, wees je ook bewust van je voorlichtingsrol, zowel naar jongere leerlingen, die nog niet voor een vakopleiding hebben gekozen, als naar potentiele zij-instromers, die werkervaring elders hebben maar geen goed beeld van het werk in de huidige en toekomstige maak- en onderhoudsindustries. En dat is vaak heel anders dan het vaak ouderwetse beeld van het werk. We hebben veel kundige mensen nodig binnen de technieksector en voor een deel komen zij vanuit het onderwijs naar onze bedrijven. Maar dan moeten ze wel weten hoe leuk en uitdagend een technisch beroep kan zijn!
Onze experts
.png?width=800&height=600&name=website%20afbeeldingen%20(25).png)