Digitale ketenintegratie in de fabriek
Dit artikel is een bijdrage van Seco en Nexpact
De digitale fabriek draait niet om robots die mensen vervangen, maar om slimme samenwerking tussen mens, proces en technologie. Het gaat om systemen die informatie en materiaal naadloos laten stromen, waardoor productieprocessen grotendeels autonoom worden gepland en uitgevoerd. Wat voor veel maakbedrijven nog toekomstmuziek is, is bij Seco Tools in Lottum vandaag al realiteit.
Met het programma Autonomous Production heeft Seco de transitie ingezet van handmatige productie naar een grotendeels zelfsturend productieproces. Een uitdagend traject. Namelijk niet in een nieuwbouwomgeving, maar midden in een bestaande fabriek met bestaande machines, systemen en routines.
.png?width=800&height=600&name=autonome%20fabriek%20(1).png)
De uitdaging: high-mix productie en een bestaande omgeving
Seco Tools produceert precisiegereedschappen voor de metaalindustrie, in een omgeving waar variatie de norm is. Geen massaproductie, maar duizenden productvarianten, elk met een eigen routing door de fabriek. Flexibiliteit is essentieel, maar in de oude situatie waren veel stappen nog handmatig. Operators vormden de schakel tussen systemen en machines, data werd dubbel ingevoerd en er was veel afhankelijkheid van keuzes gebaseerd op menselijk inzicht.
De ambitie was helder: meer produceren met dezelfde mensen, door voorspelbare processen en hogere effectiviteit een lagere kostprijs per product. Een autonome fabriek was daarbij geen toekomstvisie, maar een noodzakelijke stap om op lange termijn concurrerend te blijven.
De oplossing: verbinden wat al bestaat
In plaats van een ‘big bang’ koos Seco voor een gefaseerde aanpak, gericht op digitale ketenintegratie binnen de bestaande fabriek. Samen met Nexpact werd het speelveld in kaart gebracht: welke systemen zijn er, hoe stromen data en materialen, en waar zitten de grootste knelpunten?
De kern van de oplossing lag niet in nieuwe technologie, maar in het slim koppelen van bestaande systemen. Door het verbinden van ERP, PLM, MES en machinebesturingen ontstond één doorlopende informatiestroom, van klantorder tot fysieke uitvoering.
Een klantorder wordt automatisch vertaald naar een productieopdracht; het MES plant en stuurt de machines aan, cobots krijgen hun instructies digitaal, en AMR’s weten zelfstandig waar ze materialen moeten ophalen of afleveren. De mens blijft onmisbaar, maar in een nieuwe rol: niet langer als schakel tussen systemen, maar als regisseur van het proces.
.png?width=800&height=600&name=autonome%20fabriek%20(3).png)
Drie succesfactoren uit de praktijk
1. Start met een helder plan
Bij Seco werd de transitie niet gezien als een technisch project, maar als een strategische koerswijziging. De visie en businesscase was drieledig onderbouwd:
- Strategisch: noodzakelijk om te kunnen groeien in volume en omzet met hetzelfde team om zo bestaansrecht voor de lange termijn te borgen.
- Kwalitatief: veiliger, voorspelbaarder en efficiënter gebruik van mensen en middelen.
- Kwantitatief: een bewezen OEE-verbetering van ruim 30%, vooral door minder wachttijd en stilstand.
2. Neem iedereen mee in de reis
Een autonome fabriek ontstaat niet alleen door technologie, maar vooral door mensen. Seco investeerde daarom bewust in leiderschap en betrokkenheid.
Er kwam een leiderschapsprogramma om managers te helpen sturen binnen een autonome productie omgeving. Het doel is niet minder mensen, maar met dezelfde mensen meer volume en omzet kunnen realiseren. Autonoom vergt wél andere competenties van medewerkers. Hierin hanteert Seco het principe van facilitair werkgeverschap: welke toekomstige rollen passen bij medewerkers, hoe kunnen zij daarin excelleren en hoe kan Seco helpen om dit competenties eigen te maken?
Ook extern werd samenwerking anders vormgegeven: leveranciers werden partners in plaats van opdrachtnemers. “De transitie naar autonome productie moet je echt samen doen,” aldus het projectteam.
3. Verbind mensen, processen en techniek
Omdat Seco werkt in een brownfield-fabriek, was de vraag niet “wat bouwen we nieuw?”, maar “hoe halen we het maximale uit wat er al is?”.
Nexpact speelde hierbij een cruciale rol in het ontwerpen van de procesarchitectuur en het definiëren van de masterdata die nodig is om autonome beslissingen te ondersteunen. In een high-mix fabriek betekent dit: helder vastleggen welke parameters en beslisregels het proces nodig heeft, zodat er geen ruimte is voor interpretatie, en afstemmen in welke systemen dit ondergebracht en geborgd wordt.
Daarnaast hielp Nexpact bij het afstemmen met interne en externe partners, van corporate IT tot leveranciers van ERP- en MES-systemen, om te zorgen dat niet alleen de systemen werken, maar vooral de fabriek als geheel functioneert.
.png?width=800&height=600&name=autonome%20fabriek%20(2).png)
Wat kun je leren van Seco Tools?
De reis van Seco laat zien dat autonome productie niet begint bij technologie, maar bij visie en samenwerking.
Voor maakbedrijven die dezelfde richting op willen, zijn de lessen helder:
- Begin met een duidelijke noodzaak en businesscase. Weet waarom je het doet en wat het oplevert.
- Investeer in datakwaliteit en procesinzicht. Automatiseer pas als de basis klopt.
- Betrek je mensen actief. Autonomie ontstaat alleen als iedereen meedoet.
- Werk met partners die jouw taal spreken. Technologie verbinden is een vak — maar mensen verbinden is de echte sleutel.
Stap voor stap naar autonomie
Een digitale fabriek ontstaat niet van de ene op de andere dag.
De eerste stap was het creëren van een gedeelde visie en het uitdragen van de noodzaak binnen de organisatie: waarom is autonoom produceren cruciaal voor groei, kwaliteit en toekomstbestendigheid? Die gezamenlijke overtuiging vormde het fundament voor de volgende fase.
Samen met partners, waaronder Nexpact, richtte Seco een Center of Excellence op, een proeftuin waarin technologie, processen en data samenkwamen. Hier werd een fysieke Proof of Concept gebouwd om één cruciale vraag te beantwoorden: is autonome productie technisch en praktisch haalbaar binnen onze bestaande fabriek?
Het antwoord was overtuigend ‘ja’. Vanuit deze succesvolle PoC werd de oplossing verder uitgebouwd tot een schaalbare, flexibele en productierijpe aanpak die past binnen de realiteit van een high-mix, low-volume fabriek.
Inmiddels is het eerste deel van de fabriek in Lottum daadwerkelijk autonoom gemaakt en wordt het systeem continu verbeterd. De volgende stap: stapsgewijze uitrol van autonome productie in de rest van de fabriek.
Wat ooit begon als een ambitie, is nu een werkende realiteit: een fabriek waar informatie en materiaal synchroon stromen, waar technologie en mensen samenwerken, en waar autonoom niet langer een doel is, maar de nieuwe standaard.
Zelf zien hoe dat eruitziet?
Seco Tools staat open om geïnteresseerde bedrijven te laten zien wat er in Lottum is gerealiseerd. Tijdens een bezoek aan de fabriek ervaar je van dichtbij hoe digitale ketenintegratie en autonome productie in de praktijk samenkomen.
Wil je meer weten over digitale ketenintegratie en autonome productie in de maakindustrie?
Bezoek de Smart Industry-website voor meer praktijkcases, inzichten en concrete stappen voor jouw digitale transformatie.
Meer weten?
Ontdek meer praktijkcases over digitalisering in de maakindustrie op de kennisbank van Smart Industry. Van productieautomatisering tot slimme data-integratie: concrete voorbeelden van bedrijven die de stap hebben gezet.
.gif)